Voorpagina 2 september 2000

Zie ook: Ruime steun voor homohuwelijk, twijfel aan noodzaak

„Bezwaarde ambtenaren niet dwingen”

Nederlanders in
meerderheid voor
homohuwelijk

Van onze binnenlandredactie
AMSTERDAM – Het grootste deel van de Nederlandse bevolking (62 procent) heeft geen bezwaar tegen de invoering van het homohuwelijk, zo blijkt uit een onderzoek dat het NIPO vorige maand in opdracht van het RD heeft gehouden.

Wel vindt een relatieve meerderheid (47 tegen 45 procent) het eigenlijk overbodig, nu homoseksuelen sinds 1998 een geregistreerd partnerschap aan kunnen gaan. Er is echter ook een relatieve meerderheid (47 tegen 44 procent) die het als discriminerend beschouwt dat homo's niet de mogelijkheid hebben om met elkaar te trouwen.

Ambtenaren van de burgerlijke stand die principiële bezwaren hebben tegen het homohuwelijk, zouden de vrijheid moeten hebben daar niet aan mee te werken. Een meerderheid van de bevolking is ook van mening dat kerken de bevestiging van een homohuwelijk mogen weigeren.

De leeftijdsgroep boven de 50 jaar oordeelt duidelijk anders over deze zaken dan de jongeren. Boven de 50 jaar verdubbelt het aantal tegenstanders van het homohuwelijk, maar ook in die leeftijdsgroepen zijn er meer voor- dan tegenstanders. Onder de 65-plussers vindt een grote meerderheid (67 procent) de invoering ervan echter overbodig.

CDA-kiezers verdeeld
Vrouwen staan positiever tegenover de invoering van het homohuwelijk dan mannen. Bij onkerkelijken is bijna driekwart (72 procent) voor, bij rooms-katholieken en hervormden is dat altijd nog een ruime meerderheid. Onder gereformeerden daarentegen zijn meer tegenstanders dan voorstanders te vinden.

De kiezers van de niet-christelijke partijen zijn in grote meerderheid voor het homohuwelijk. Opmerkelijk is dat bij het CDA, dat het wetsvoorstel afwijst, de voor- en tegenstanders in het kiezerskorps elkaar ongeveer in evenwicht houden. Wel is het aantal uitgesproken voorstanders gering (9 procent).