Christen & kunst22 mei 2000

Daniël Wayenberg, pianist

„Allereerst ben ik christen. In de tweede plaats ben ik pianist”. Daniël Wayenberg (70) geeft solorecitals, werkt samen met instrumentalisten en treedt op met gerenommeerde orkesten.

Pianospelen vergelijkt de in Frankrijk wonende musicus met ademhalen. „Je vraagt toch ook niet wanneer iemand met ademhalen stopt. Mijn moeder, een Russische violiste, merkte mijn muzikale geheugen en absolute gehoor op en zette me achter de piano. Ik speel sinds mijn vierde en kan me een leven zonder dit instrument niet voorstellen. Toch is dit betrekkelijk. De Enige zonder Wie ik niet kan leven, is de Heere Jezus.”

Veel mensen denken dat concertpianisten een luizenleven hebben, weet Wayenberg. „Ze kijken alleen maar naar de successen. Dat ik dagelijks zes, zeven uur achter het klavier doorbreng, ziet niemand. Niet dat ik daar altijd zin in heb. Het is bijvoorbeeld vervelend wanneer een passage dagenlang blijft tegenzitten, maar ik heb daar vrede mee. We zullen ons brood immers in het zweet van ons aanschijn eten?

Of muziek zinvol is? Denk de natuur eens zonder bloemen in. Muziek is verschrikkelijk mooi, een enorm rijke gave van God voor de mensen. Ik behoor ontvangen talenten uit te buiten door mijn werk goed te doen. Ik voel me daarin afhankelijk van God, doe ook een kort gebed als ik op het podium zit. Een christen behoort God voor zijn successen te danken. Dat is tijdens het applaus na een concert niet op het concertpubliek over te brengen. Wel probeer ik mijn geloof tijdens interviews en gesprekken ter sprake te brengen. Dat ik mijn overtuiging wel eens wegmoffel, neem ik mezelf zeer kwalijk. Het is toch erg dat een christen zich schaamt iets over zijn beste Vriend te zeggen?”