Gezondheid9 januari 2001

Geneeskundige Combinatie
helpt bij rampen

Door A. M. Alblas

De ramp in Volendam heeft Nederland geschokt. Midden in de nieuwjaarsnacht deden hulpverleners hun werk. Ze kwamen van dichtbij en vanuit de wijde omgeving. Nederland heeft sinds enkele jaren een nieuwe organisatie voor de bestrijding van grootschalige ongevallen en rampen. Voor de geneeskundige sector wordt de basis daarvan gevormd door de ambulancezorg. Bij een grote klap kan deze binnen een uur worden opgeschaald tot een Geneeskundige Combinatie, die op locatie een miniziekenhuis opzet en inricht.

Rampenbestrijding en in het bijzonder de geneeskundige hulp bij rampen is niet een onderwerp dat de voortdurende aandacht krijgt die het verdient. De belangstelling is op een hoogtepunt vlak na een groot ongeval of een ramp. Niet zelden wordt dan vastgesteld dat de bestrijding niet optimaal heeft gefunctioneerd en dat zelfs mensenlevens hadden kunnen worden gered als effectiever was opgetreden. Degenen die tekortschoten worden aangewezen en soms gestraft. Verbetering wordt in het vooruitzicht gesteld. Nadat het kalf verdronken is…, en daarna zakt de belangstelling weer weg.

Rampen kunnen mensen beangstigen. In Volendam en Enschede weten ze daar alles van. Aan de andere kant intrigeren deze desastreuze gebeurtenissen ook. Iedere ramp leidt tot dozijnen geschreven en ongeschreven verhalen, waarbij meestal alleen de verschrikkingen worden weergegeven.

BB verdwijnt
Na de opheffing van de Bescherming Bevolking (BB) in 1986 was er nog geen nieuwe rampenorganisatie. Voortaan moesten de diensten die belast waren met de dagelijkse hulpverlening samen goed voorbereid zijn en in actie komen wanneer zich een ongeval of ramp voordeed. Dat werd in 1991 in de nieuwe Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen vastgelegd. Tijdens de parlementaire behandeling van die wet constateerde de Tweede Kamer echter dat het opschalingsproces binnen de geneeskundige hulpverlening te wensen overliet. De overgang van reguliere naar grootschalige hulpverlening sloot niet naadloos op elkaar aan.

Voor de oplossing van deze problematiek ontwikkelde een projectgroep de Geneeskundige Combinatie, waarin samenwerking zou moeten plaatshebben tussen ambulancemedewerkers, traumateams en de op te richten Snel Inzetbare Groep ter Medische Assistentie (Sigma).

Naast verbetering van de samenhang en afstemming binnen de geneeskundige hulpverlening moest er ook duidelijke medische leiding op de plaats van het ongeval zijn, zo constateerde men. Al met al duurde het nog tot 1996 voordat de eerste elementen van de Geneeskundige Combinatie werden ingevoerd. Dat beperkte zich tot de ambulanceteams en de Sigma's. De uitwerking van de traumateams nieuwe stijl, als opvolger van de teams van de Landelijke Organisatie Trauma Teams, en de leiding- en coördinatiestructuur van de Geneeskundige Combinatie moest nog nader worden uitgewerkt.

Pas in 1998 werd de eerste uitrusting voor de Geneeskundige Combinatie aan de regio Groningen uitgereikt. Vervolgens werden de veertig uitrustingen over de 26 hulpverleningsregio's verdeeld. Inmiddels is ook de structuur van de leiding uitgewerkt. De directeur van de GGD is verantwoordelijk voor het geheel. Hij kan daarvoor zo nodig ook iemand aanwijzen.

De uitrusting van een Geneeskundige Combinatie bestaat uit twee bussen (Mercedes Sprinters) met elk een aanhangwagen. Deze bevatten materiaal waarmee de hulpverleners twee uur vooruit kunnen. Daarnaast is er een container met aanvullend materiaal, waarmee men nog eens twee uur vooruit kan. Alles is gebruiksklaar ingepakt. Met behulp van al deze materialen moet men de slachtoffers rangschikken naar de ernst van het opgelopen letsel (triage) en moeten de vitale functies (ademhaling en bloedsomloop) veilig worden gesteld en bewaakt. Vervolgens dienen slachtoffers gestabiliseerd en gereedgemaakt te worden voor vervoer naar een ziekenhuis.

De insteek van de Geneeskundige Combinatie is dat de hulpverleners op de plaats van een ramp uitgebreide medische hulp verlenen. Slachtoffers kunnen worden behandeld zonder dat ze hoeven te wachten op een ambulance. In principe wordt elk slachtoffer van een ramp geholpen op hetzelfde niveau als was er slechts sprake van één slachtoffer. Dat vereist dus veel hulpverleningsmateriaal en professioneel opgeleide mensen.

Wanneer zich een groot ongeval of een ramp voordoet, wordt de voorhoede van de geneeskundige hulpverlening gevormd door de ambulances. Als de ambulancecapaciteit tekortschiet vanwege de omvang van de ramp, dan komt de Geneeskundige Combinatie in actie. Vanuit de reguliere dienst of vanuit een piketsituatie wordt een ambulancebemanning ingezet om een van de twee Sprinters van de Geneeskundige Combinatie naar het rampterrein te brengen.

Gelijktijdig wordt een Sigma-team van acht mensen van het Rode Kruis gealarmeerd, die een specifieke opleiding hebben gehad (hulpverlening bij ongevallen en calamiteiten, HOC). Zij bemannen de tweede Sprinter of moeten zich na alarmering binnen een halfuur naar een verzamelpunt begeven vanwaar ze naar het rampterrein worden gebracht.

Een nieuwe ontwikkeling is de samenwerking tussen het Rode Kruis en de EHBO-verenigingen. Beide organisaties hebben een overeenkomst gesloten waarin afspraken zijn vastgelegd op het gebied van samenwerking en opleiding van EHBO'ers die belangstelling hebben voor de geneeskundige hulpverlening. EHBO'ers kunnen na het behalen van de HOC-opleiding toetreden tot de zogenaamde Geneeskundige Eenheid van het Rode Kruis en van daaruit deelnemen in de Sigma, op voet van gelijkheid met de Rode-Kruisvrijwilligers, die over dezelfde opleiding beschikken.

De Geneeskundige Combinatie moet, na alarmering, binnen maximaal een uur op de plek van de ramp operationeel zijn. Professionele hulpverleners, zoals de ambulanceverpleegkundigen en de leden van het traumateam, kunnen ter plekke hun aandacht uitsluitend richten op de behandeling van de (zwaar)gewonden, terwijl het Sigma-team voor de nodige ondersteuning zorgt. Met deze beter gestructureerde hulpverlening wordt een behoorlijke efficiencywinst geboekt. Het beoogde doel: het naadloos verlopen van de overgang van de dagelijkse, kleinschalige spoedeisende geneeskundige hulpverlening naar een optreden in groter verband, is daarmee bereikt. Dat heeft zich nu in de praktijk bewezen bij onder meer de rampen in Enschede en Volendam.