Economie18 december 2000

Eigenaar van Paul Roescher vindt veel concurrentie gezellig

Funshoppen in het keukencentrum

RIJSSEN – Keukencentra horen bij Nederland als molens. Rijssen heeft er sinds kort tien. Ofwel op 2600 inwoners één keukenverkoper. De jongste loot aan de stam is Paul Roescher Keukens, Tegels, Sanitair. Dit bedrijf opende onlangs zijn deuren in de Overijsselse stad. Een bezoek aan zijn showroom moet een dagje uit zijn.

Een kilometer lopen en 200 keukens en badkamers verder, duizelt het een beetje. Welke keuken is nu de mooiste? De Italiaanse met dat glas-in-lood deurtje, waarvan het motief een beetje Art Deco aandoet? Of toch gewoon die hele strakke metale waarvan de hoogte van de afzuigkap met afstandsbediening instelbaar is? En wat te denken van die drie meter lange keuken die in minder grote huizen of appartementen goed tot zijn recht zou komen?

Landenthema's
Directeur C. Schalij van Paul Roescher kan het zich voorstellen dat de keuze moeilijk wordt. „Daarom hebben we elke keuken en badkamer een nummer gegeven. Wat de mensen mooi vinden, daar kunnen ze het nummer van opschrijven.” In de praktijk volgt een nadere inspectie van het uitgekozene of volgt een tweede bezoek. Na een korte bedenktijd maakt de consument meestal de echte keuze. Bij de aanschaf van een keuken of badkamer gaat hij niet over een nacht ijs.

Schalij vertelt wat de klant in de showroom aantreft. „Het is de top-70, de modellen van negen merken die het meest verkocht worden. Dan hebben we voor de milieubewuste klant de eco-keukens. Ook presenteren we keukens via de landenthema's.”

Een Britse telefooncel duidt het begin aan van keukens in de Engelse stijl met onder meer bloemetjestegels en een heus Aga-fornuis. Landhuiseigenaren kunnen kiezen voor een Franse keuken uit de wijnstreek Bourgogne. Wie meer van degelijk en sterk houdt, kan in de Zwitserse hoek terecht. De Italiaanse keukenfabrikanten mikken op de stijlbewuste consument. Of die nu valt voor Art-Deco-motieven of voor strak design. De Italianen vullen de laden zelfs met een keur aan messen en ander keukengereedschap.

Om het bezoek te veraangenamen staan her en der in de showroom banken. Uit de luidsprekers klinken vogelgeluiden. De rust daalt op de bezoeker neer. Even op adem komen. Als hij dat niet genoeg vindt, kan hij op een van de drie terrassen een kop koffie met gebak nuttigen. Wie niet van zoet houdt, kan neerstrijken bij de kookdemonstraties. „De kok demonstreert het gebruik van de oven, magnetron en inductieplaten. De hapjes die hij maakt, mag het publiek opeten.”

Met dit soort elementen wil het keukencentrum meer zijn dan een showroom van keukens en badkamers. De 'horecavoorzieningen' moeten ervoor zorgen dat de aanschaf van een keuken of badkamer leuk wordt. Paul Roescher doet mee aan de trend dat shoppen fun is. Een alternatief dagje uit. Niet het museum maar het keukencentrum als trekpleister. Schalij ziet het helemaal zitten. Hij heeft plannen om bijvoorbeeld vrouwenverenigingen aan te schrijven.

Derde
De vestiging in Rijssen is de derde van Paul Roescher. De wortels van het bedrijf liggen in Raalte. Daar begon de naamgever van het bedrijf, Paul Roescher, met de keukenverkoop. In 1991 kocht Schalij het bedrijf van hem. Schalij was tot die tijd als bedrijfsleider werkzaam bij V&D. Het warenhuisconcern maakte toen een moeilijke tijd door, waardoor Schalij naar iets anders uitkeek. Met keukens had hij niks, maar besloot het bedrijf van Roescher te kopen. „Het is goed gegaan”, stelt Schalij vast.

Hij houdt van risico's nemen. Zo startte hij in 1995 een filiaal in Apeldoorn, een plaats die toen maar liefst veertien keukencentra telde. Deze vestiging vormt indirect de aanleiding om een derde te stichten in Rijssen. De zaken in Apeldoorn en ook Raalte gingen zo goed dat het bedrijf in Raalte ruimte tekort kwam. In deze Overijsselse plaats bevond zich tot voor kort het centrale magazijn, van waaruit alle gekochte keukens hun weg naar de klant vonden.

Mogelijkheden om in Raalte uit te breiden, bleken er na overleg met de gemeente niet te zijn. In Rijssen kon Schalij „een mooie plek krijgen.” Groot genoeg om waarschijnlijk het grootste keukencentrum van Nederland –totale oppervlakte 8000 vierkante meter, waarvan de showroom de helft in beslag neemt– neer te zetten. Dat hij in de Reggestad het tegen negen andere keukencentra op moet nemen, vindt Schalij niet erg. „Zoveel concurrentie is gezellig.”

Omzet
Over de gang van zaken sinds 1991 heeft Schalij, die omzetcijfers liever voor zichzelf houdt, niet te klagen. Elk jaar is de verkoop met sprongen gestegen. Absolute topjaar voor de hele branche was 1998. Gestimuleerd door een lage rentestand kocht bijna heel Nederland een nieuwe keuken. De afgelopen twee jaar ging het de branche iets minder, maar bij Paul Roescher bleef de omzet stijgen.

Van de omzet komt 80 procent terecht in Gelderse en Overijsselse huizen. De goedkoopste keuken in het assortiment kost 3500 gulden. De duurste in Rijssen en Raalte komt op 70.000 gulden. In Apeldoorn zijn zelfs keukens te koop waarvoor een paar honderdduizend gulden neergeteld moet worden.

Ondanks de variatie in prijzen stelt Schalij dat een klant nergens voordeliger uit is dan bij Paul Roescher. Slaagt de klant er toch in dezelfde keuken elders goedkoper te krijgen, dan krijgt hij zijn geld terug. „Dat komt sporadisch voor”. Dochter Nelleke, die de vestiging in Rijssen gaat leiden, weet zelfs dat de klant bij Ikea duurder uit is. „Een keuken kost daar 1300 gulden meer.” De lage prijzen maken dat Paul Roescher niet werkt met kortingen en dat over de prijs niet te onderhandelen is.

Door Bea Versteeg