Binnenland 5 november 1999

VNG haalt streep door 'noodreglement' voor ambtenaren

Onrust onder gewetensbezwaarden

Door J. Visscher
NUNSPEET – Onder gewetensbezwaarde ambtenaren die geen homoparen willen registreren is opnieuw onrust ontstaan. Oorzaak is een brief van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) die gemeenten onder de neus wrijft dat een apart reglement voor bezwaarden strijdig is met de wet.

De gewraakte brief valt dezer dagen op de mat bij de Nederlandse gemeenten. Het rondschrijven gaat in op de moeite die –vaak behoudend christelijke– ambtenaren hebben om (homo)paren te registreren bij de burgerlijke stand. Die mogelijkheid bestaat sinds 1998.

Dat zogeheten geregistreerd partnerschap lijkt als twee druppels water op het huwelijk; juridisch is er weinig verschil. Het geregistreerd partnerschap wordt door velen dan ook gezien als een opstapje naar het 'echte' homohuwelijk, de openstelling van het huwelijk voor personen van gelijk geslacht.

Rijssen en Urk
Van meet af aan klonk er uit de kring van gewetensbezwaarde ambtenaren protest tegen de 'voltrekking' van het geregistreerd partnerschap.

Regel is dat er per gemeente minimaal twee ambtenaren beschikbaar moeten zijn die homoparen willen registreren. Dat is in het gros van de gemeenten geen punt. In behoudende plaatsen als Rijssen en Urk ligt dat anders.

Punt van discussie is nu of gemeenten een aparte verordening mogen opnemen dat gewetensbezwaarde ambtenaren vrijstelt van de taak om partnerschappen te registreren.

Een paar jaar geleden deed de VNG daar niet moeilijk over. Nu is dat anders. In de brief die nu is rondgestuurd steekt de vereniging een stokje voor een dergelijke 'noodverordening'. Gemeenten moeten een „praktische oplossing zien te vinden, in de sfeer van vervanging of roostering.”

Geen reglement voor gewetensbezwaarden dus, aldus de VNG. Zo'n protocol is „strijdig met de (Grond)wet en derhalve nietig”, meldt de brief letterlijk.

Verbaasd
Jan van den Hoorn, hoofd burgerzaken in de gemeente Nunspeet, is verbaasd over de brief. „Onder gewetensbezwaarden zal zeker opnieuw onrust ontstaan. Als de motivatie achter die brief is: ”Ambtenaar, je doet maar mee”, dan heb ik er moeite mee.”

De gemeente Nunspeet heeft wél in een reglement opgenomen dat gewetensbezwaarde ambtenaren van de burgerlijke stand niet kunnen worden belast met registratie van homoparen. Als de VNG daar nu een streep doorheen haalt, vindt Van den Hoorn dat „een beknotting van de gemeentelijke vrijheid.”

„Een ambtenaar burgerlijke stand heeft zijn taken uit te voeren, laat dat helder zijn. Hij heeft daarvoor een eed afgelegd”, zegt Van den Hoorn. „Maar er kunnen omstandigheden zijn dat iemand ernstige gewetensbezwaren heeft. Daar moet ruimte voor zijn. Dat heeft niets met werkweigering te maken. Ik vind het jammer dat het woord 'werkweigering' letterlijk in de brief staat. Dat is niet aan de orde.”

In Nunspeet hebben zich tot dusver twee homoparen laten registreren. In één geval ging de ceremonie gepaard met de nodige bombarie. „Twee mannen hadden zich in countrystijl gekleed. Ik zag ze het gemeentehuis binnenkomen. Dat doet je pijn. Je ervaart iets van droefheid. Het zet je aan het denken. Je denkt: Waar gaat dit heen?”

Lastig
Ook P. Schalk, directeur van de Reformatorisch Maatschappelijke Unie (RMU), is niet te spreken over het rondschrijven van de VNG. „Het wordt met name ontzettend lastig voor nieuwe sollicitanten die moeite hebben met registratie van homoparen. In de toekomst is voor christenen in deze beroepsgroep wellicht steeds minder plaats.”

Het rondschrijven van de VNG moet christelijke politieke partijen ertoe drijven om te pleiten voor een wettelijke regeling voor gewetensbezwaarden. „Eigenlijk ben ik blij dat de VNG aan de bel heeft getrokken. We weten nu zeker dat er in de toekomst problemen komen.”

J. Westert van de sectie ambtenaren van het Gereformeerd Maatschappelijk Verbond (GMV) betitelt de huidige brief van het VNG als „muggenzifterij.” Wel bekruipt hem het gevoel dat het een signaal is van „verdergaande” druk op gewetensbezwaarden.

Het geregistreerd partnerschap is nog wel „wezenlijk anders” dan het homohuwelijk, stelt Westert. Bij invoering van het homohuwelijk kunnen ambtenaren met gewetensbezwaren voor het blok komen te staan, denkt hij. „Bij het homohuwelijk ga je een grens over. Het wezenskenmerk van het huwelijk is dat het bestemd is voor man en vrouw. Ik heb de dikke Van Dale er nog even op nageslagen. Die spreekt van een unieke levensgemeenschap tussen man en vrouw.”

Wanneer het homohuwelijk doorgang vindt, moeten christenen gaan nadenken of ze nog wel zo veel waarde dienen te hechten aan de gang naar het gemeentehuis, denkt Westert. „Wat blijft er over van het huwelijk als ook personen van gelijk geslacht zo'n verbintenis kunnen sluiten? Zou je in die situatie aan de kerkelijke inzegening niet veel meer waarde moeten hechten? Is het dan wellicht beter om de bezegeling door de overheid sober te doen, bijvoorbeeld aan een loket?”

Niet gelukkig
Wanneer het homohuwelijk wordt ingevoerd, zullen gewetensbezwaarden hun weg in de ambtenarij nog wel kunnen vinden, denkt Van den Hoorn. „De ontwikkelingen komen voor mij niet als een verrassing, al ben je er natuurlijk niet gelukkig mee. Zolang de gemeente niet zegt: Jan van den Hoorn, jij moet een homohuwelijk sluiten, kan ik nog goed functioneren.”

Ook Van den Hoorn denkt dat de huidige brief de noodzaak van een wettelijke regeling voor gewetensbezwaarde ambtenaren onderstreept. „Ik hoop dat christenpolitici alert zijn op de ontwikkelingen. Ik denk dat de strijd tegen het homohuwelijk zelf een gelopen race is, al is het goed dat die strijd gestreden wordt. Ik hoop dat men in Den Haag de belangen van de ambtenaren uit de achterban probeert te behartigen.”