Binnenland8 januari 2001

Volendamse school wil leerlingen „rust en regelmaat bieden”

„Er zijn nu twee Don Bosco's”

Door J. Visscher
VOLENDAM – Er zijn in Volendam eigenlijk twee Don Bosco's, zegt J. Braakman, coördinator bovenbouw op de scholengemeenschap: Don Bosco vóór de kerstvakantie en erná. Het oude en het nieuwe. In het nieuwe Don Bosco zitten grote gaten.

Voor het eerst na de caféramp kwamen de leerlingen vanmorgen in het Don Bosco College bijeen. Op Volendams grootste scholengemeenschap bleven vanmorgen veel stoelen leeg. Tot dusver zijn drie jonge leerlingen de school ontvallen: Liesbeth Buys (13), Sharon Sombroek (13) en Ruud Steur (15). Verder zijn vier oud-leerlingen omgekomen. Zo'n vijftig leerlingen liggen in diverse ziekenhuizen.

Van half negen tot half tien vanmorgen kwamen de leerlingen van het Don Bosco op school samen in een bijeenkomst van „herdenking, troost, bemoediging en bezinning.” Scholieren konden de hostie uitgereikt krijgen. Braakman, naast coördinator van de bovenbouw ook catecheet, leidde de ontmoeting. „Je probeert met z'n allen stil te staan bij het vele leed en verdriet.” Aansluitend op de bijeenkomst op school zou het overgrote deel van de leerlingen naar de uitvaartdienst van Sharon Sombroek gaan, waar Braakman ook een toespraak hield. Vanmiddag kwamen de leerlingen met hun mentoren bijeen om over de ramp te praten. Er was geen les.

Absurde roes
Braakman kan nauwelijks woorden vinden om de gemoedsgesteldheid van de jonge Volendammers te omschrijven. „Iedereen heeft wel een kennis of familielid verloren. Ik zou niet weten wat er nou precies in de hoofden van de leerlingen omgaat. Het is moeilijk te typeren. Ze leven in een soort absurde roes van verslagenheid, rouw, chaos en verdriet.

Sommige leerlingen zijn bij tien adressen langs geweest om te condoleren. Ook gaan ze massaal naar wakes. Velen bezochten verschillende uitvaartdiensten. Ze kwamen na een dienst uit de kerk, sprongen op de fiets en haastten zich naar de andere kerk. De jongeren komen dus heel dicht bij het leed.”

Zelf ging Braakman ook diverse keren op condoleancebezoek. „Natuurlijk moeten wij van de school er zijn, maar ik vind het best moeilijk. Ik ben natuurlijk een buitenstaander. Die ouders moeten maar klaarstaan om Jan en alleman te ontvangen, terwijl ze haast geen tijd hebben om zelf hun verdriet te verwerken. Ik kan me een beetje voorstellen wat het voor ouders moet betekenen om hun kind te verliezen, maar echt invoelen kan ik het niet. Dat is maar goed ook. Als ik al dat verdriet toe zou laten, zou ik compleet kapot gaan. Je kunt niet te veel pakketjes op je schouders hebben.”

Heilzaam
De school wil de leerlingen de komende tijd rust bieden, benadrukt Braakman. „We proberen de komende maanden weer een beetje in een normale situatie te komen. Wij gaan lesgeven. We moeten de leerlingen orde, discipline en regelmaat bieden. Dat is het heilzaamst.”

Voorlopig worden er geen repetities en proefwerken gehouden. Wel krijgen de leerlingen hun huiswerk mee. „We blijven flink werken in de klas, maar het huiswerk wordt niet zo streng gecontroleerd als voorheen”, zegt Braakman.

De komende maanden gaat de school goed in de gaten houden welke leerlingen zich niet laten zien. En waarom. „Aan het eind van iedere dag maken we een lijstje. Eventueel bellen we daarna met ouders van absente leerlingen. Of we lichten de GGD in. Ik ga iedere dag bij de deur staan om de leerlingen binnen te laten. Hup, jongens, naar binnen. Laatkomers krijgen de komende tijd geen straf.” Dit jaar kunnen jongeren in de school terecht in een portakabin van de GGD.

Braakman ziet weinig nut in „therapeutische sessies” tijdens de lessen. „Natuurlijk praten we over de ramp, maar het is onze taak niet om hulpverleningsgesprekken te voeren. Wij zijn geen therapeuten. Daarnaast is niet iedere leerling even zwaar getroffen. Ook is het goed dat leerlingen die wél grote problemen hebben, even iets anders doen. Sommen maken of een luistertekst laten doen bijvoorbeeld.”

Gewoonte
Tientallen jongeren in café De Hemel waren jonger dan zestien. Wordt daar op school een discussie over gevoerd? Braakman: „In de bars komen zeker jonge kinderen. Ik ben daar niet zo gelukkig mee. Drugs en drank: ik moet er niet aan denken dat ik een dochter zou hebben die zich daar mee inliet. Bedenk wel dat het ten tijde van de ramp nieuwjaarsnacht was. Talloze Volendamse jongeren gingen naar de dijk. Dat is hier de gewoonte.”

Kroegbezoek gaat in tegen Gods Woord. Wat vindt Braakman daarvan? Aarzelend: „Ik ben het daar niet mee eens. Natuurlijk is er een aantal jongeren dat helemaal ontspoort. Maar het slechte zit niet in de locatie. Het slechte zit in de mens. Goed en kwaad liggen dicht bij elkaar.

In die nacht heeft een aantal jongeren heldendaden verricht. Met verbrande handen, met aangetaste longen hebben ze anderen gered. Soms ten koste van hun eigen leven. Ja, er zijn ook jongelui vertrapt. Er waren er ook die weg zijn gevlucht. Hel en hemel liggen dicht bij elkaar. In die nacht zijn er jongelui geweest die het meest christelijke, het meest nobele en het meest heldhaftige karakter hebben getoond. Ze hebben hun leven opgeofferd. En dat is de grote boodschap van de Bijbel.”