Binnenland6 januari 2001

„Groot deel
horeca geen
vergunning”

HILVERSUM – Het is slecht gesteld met de brandpreventie in de Nederlandse horeca. Een groot deel van de horecagelegenheden heeft geen gebruiksvergunning. Dat concludeerde het tv–programma Netwerk gisteren op basis van een steekproef in twintig gemeenten die naar aanleiding van de brand in Volendam werd gehouden.

Een gebruiksvergunning, waarin brandveiligheidseisen kunnen worden gesteld, is al vijftien jaar verplicht voor horecagelegenheden waar meer dan vijftig mensen in kunnen. Als die niet is afgegeven, mag er geen gebruik van worden gemaakt. Een dergelijke vergunning is vaak aanleiding voor geregelde controles door de brandweer.

De meeste gemeenten maken gebruik van een conceptvergunning die door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is opgesteld. Daarin staat onder meer dat de gemeenten voorwaarden kunnen stellen om brand te voorkomen, beperken en bestrijden. De conceptvergunning gaat ook over het voorkomen van gewonden door brand. De eisen hebben betrekking op bijvoorbeeld uitgangen en vluchtwegen.

Lelystad
Uit het onderzoek van Netwerk blijkt dat in Lelystad geen enkele horecagelegenheid een gebruiksvergunning heeft. In Den Bosch is het er slechts een van de 150, terwijl de gemeente Sneek aan 5 procent van de bars en discotheken een vergunning heeft verleend. Alleen Rotterdam en Doetinchem konden aantonen dat ze hun zaakjes op orde hadden. Den Haag en Amsterdam wilden of konden geen overzicht geven.

De gemeenten stellen dat ze niet toekomen aan het afgeven van een gebruiksvergunning omdat de brandweer gebrek aan menskracht heeft. Verschillende brandweerkorpsen, onder meer in Haarlem, zeiden horecapanden zonder gebruiksvergunning niet te controleren.

De brandveiligheid van gebouwen wordt in eerste instantie geregeld in het bouwbesluit. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de juiste uitvoering, maar kunnen door de Inspectie Volkshuisvesting op de vingers worden getikt als zij hun taak verwaarlozen.

Dat geldt niet voor de controle op de handhaving van bouwbesluiten. Hierin kan de gemeente aanvullende eisen stellen voor bijvoorbeeld brandveiligheid. Het gaat hier om de aanwezigheid van zaken als rookmelders en ontruimingsalarm, en eisen voor de rook- en warmteafvoer. Verder heeft de gemeente de taak om aan de hand van rekenkundige richtlijnen van Volkshuisvesting te bepalen hoeveel nooduitgangen een horecagelegenheid moet hebben.

Al deze 'gebruikseisen', die samen met de bouwverordening voor een zo brandveilig mogelijke omgeving moeten zorgen, vallen onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. De inspectie heeft niet tot taak deze gebruikseisen te controleren, aldus een woordvoerster van Volkshuisvesting.

In een reactie op de steekproef van Netwerk stelt woordvoerster A. Groenewegen van Koninklijke Horeca Nederland (KHN) dat brand- en veiligheidseisen ook worden vastgesteld in de bouwverordening: „En die is al afgegeven voordat de zaak gebouwd wordt. Maar wat blijft is de verantwoordelijkheid van de ondernemer.”

Zie ook:
„Majesteit, u deed juist heel veel”

Volendam tikte Veerman op de vingers