Binnenland2 januari 2001

„Bezoekers sprongen van drie hoog op de vluchtende massa beneden”

Volendammers als ratten in de val

Door G. ten Voorde
VOLENDAM – Volendam is verslagen. Langzaam raakt de verdoving van het vissersdorp uitgewerkt. De rauwe werkelijkheid van de dramatische brand in de oudejaarsnacht dringt in volle omvang door. „Ik zag mensen zonder haar en zonder oren naar buiten komen”, vertelt een ooggetuige vertwijfeld. „Totaal verbrand.” Oud en nieuw in Volendam zullen nooit meer zijn als voorheen.

Een snijdende vrieskou waait door het vissersdorpje. In het pittoreske haventje dobberen tientallen kotters langs de steigers. Op straat is het rustig. Erg rustig. De bevolking doet er het zwijgen toe. De hechte dorpsgemeenschap lijkt de gebeurtenissen vooral in stilte te verwerken.

De ramplocatie staat er gehavend bij. Twee huizen, één pand. Ruiten zijn gesneuveld, een gordijn wappert in de wind en de gevel is met houten schotten en zwart landbouwplastic dichtgetimmerd. De eerste verdieping is zwart geblakerd. Voor het uitgebrande grand café staan ME'ers te blauwbekken.

Verder wijst opvallend weinig erop, dat zich in dit voormalige vissershuis zo'n bizar drama met zoveel slachtoffers heeft voltrokken. De twee gevels met groene schrootjes staan nog strak in de verf. Eén met een scherpe, één met een stompe punt. Het oranje pannendak met witte windveren ligt onaangetast op de zijmuren. Ook de achterkant is ongeschonden.

Tralies


De ramp in Volendam heeft zich dan ook vooral binnenskamers afgespeeld. Tegen de dijk zijn drie bars boven elkaar gebouwd. Onderin de Blokhut, daarboven bar de Wir War en helemaal bovenin café Het Hemeltje. Wrange namen. De brand is ontstaan op de eerste verdieping in de rijkelijk aanwezige kerstversiering. Wie dáár opeens voor enkele ramen traliehekwerken ontdekt, durft niet verder te denken. Stapels jassen liggen tegen de hekken geperst.

Beschrijvingen van ooggetuigen liegen er niet om. „Een horrorfilm”, vertelt J. M. Bond uit Volendam vertwijfeld. „De brandweer verleende op het ijs op straat de slachtoffers eerste hulp. Tien minuten na het ontstaan van de ramp stak een felle vrieswind op. Je kon niet meer op de dijk wezen. Vre-selijk”, zegt hij met nadruk op elke lettergreep. „Sommigen waren compleet verbrand. Je houdt het niet voor mogelijk. Bovenlichamen ontbloot. Overal hingen de vellen erbij.”

„Bezoekers probeerden met hun blote handen de ruiten in te slaan om de mensen eruit te krijgen. Dat lukte niet.” Hij zwijgt. Staart in de verte. „De bezoekers zaten als ratten in de val. Overal ontstond een opstopping van mensen. Een chaos.” Buurman Bond blikt naar de getraliede ramen aan de voorkant. „Dat kan ik dus absoluut niet volgen.”

Drama's
Een horecaondernemer weet te melden dat zich binnen dramatische taferelen hebben afgespeeld. „Mensen op de bovenverdieping lieten zich via de trap naar beneden storten. Een meisje was compleet vertrapt. Doden lagen twee uur lang op straat, afgedekt met folie. Ik kon het op een gegeven moment niet meer aan. Ik ben naar huis gegaan. Nog steeds ben ik er misselijk van.”

De vader van de 15-jarige Nathalie Sier vertelt het relaas van zijn dochter. „Ze ging zondag voor het eerst naar Het Hemeltje. Binnen twee minuten was de horecagelegenheid vol rook. „Ik ga dood”, riepen ze tegen elkaar. „Ik hou van je.” Kun je nagaan hoe ze zich hebben gevoeld. Pure doodsangst. Ze waren al afscheid van elkaar aan het nemen”, vertelt de geëmotioneerde vader. Nathalie en haar vriend zijn door de ingeslagen ruiten ontkomen.

Een jonge Volendammer heeft de ramp vanaf het begin meegemaakt. Zijn naam wil hij niet in de publiciteit. Samen met zijn vriendin behoort hij tot de vaste gasten van de bar. „Wij zaten beneden”, vertelt ze. „Opeens was overal rook”, vult hij aan. De holle ogen en wezenloze blikken verraden doorwaakte uren. „Het licht sprong uit en iedereen probeerde in paniek naar buiten te komen.”

„Het was ontzettend druk in Het Hemeltje. Drie, vier mensen op elke vierkante meter. Bezoekers sprongen aan de achterkant in paniek van twee en drie hoog naar beneden. Bovenop de vluchtende massa die een goed heenkomen uit het pand zocht. Anderen vielen gewoon op straat.” Hij zoekt naar woorden. „Het leek een gemaskerd bal. Iedereen met masker. Overal vellen. Een horrorfeest.”

Verminkt
De pakweg 20-jarige Volendammer heeft een meisje voor eerste hulp naar het nabijgelegen café De Molen gedragen. „Daar lagen nog meer slachtoffers op de grond. Verminkt. Overal zaten vellen. Een horrorfilm”, herhaalt hij. „Werkelijk. De brandweer werd naar binnen gestuurd om te reanimeren. Maar ze dorsten niet.”

„Even later werd een jongen binnengedragen. Aan de buitenkant was aan hem niets te zien. Alleen de binnenkant van zijn neus was doorbloed. Toen heb ik gereanimeerd”, vertelt de Volendammer toonloos. Tevergeefs, vreest hij. „Ik weet niet hoe het met hem is. Het lichaam werd grijs en koud. Het leven was eruit. Dat was waarschijnlijk het eerste dodelijke slachtoffer.” Later hebben andere hulpverleners de reanimatie overgenomen. „Twee uur zijn ze bezig geweest.”

Paniek
Om de hoek staan barkrukken op straat. In een steegje achter het getroffen pand ligt een berg rode vuurwerksnippers, een kerstboom ligt achteloos in de goot. Een gebroken bierglas herinnert aan de stamgasten, waarvan meerderen met een stuk in de kraag tevergeefs een goed heenkomen zochten. Tegen het hek staat een fiets. Op slot. Stille getuige. Zal de eigenaar zijn rijwiel ooit nog ophalen?

Veel dorpsgenoten zijn zondagnacht in paniek naar het grand café Wir War gesneld, vertelt Jack Visser. „Ook volwassenen renden over straat. Met mobieltjes probeerden ze wanhopig contact te krijgen met familieleden.” Hij vraagt zich af waar de brandtrappen van het pand zijn. Ook bij het naastgelegen restaurant Old Dutch -van dezelfde eigenaar- ontbreken brandtrappen. „Ziet u ze? Moeten bezoekers soms langs de regenpijp?”

Op de dijk ijsbeert een oudere Volendammer in de vrieskou heen en weer. „Een collega van me zat binnen. „Bijna 22 jaar. Stukadoor. Die ligt nu ergens in een ziekenhuis dood te gaan”, vertelt hij geëmotioneerd.

Buren in de directe omgeving stelden in de dramatische oudejaarsnacht douche en bad beschikbaar voor eerste noodhulp. „Zo werkt dat in Volendam”, grimast Bond. „Dat is een karaktertrek van ons. De saamhorigheid in het dorp is groot. Iedereen helpt elkaar. Zelfs als dat gevaar voor eigen leven oplevert. Er belde een meisje in paniek bij me aan. Zwartgeblakerd gezicht, handen verbrand. Die hebben we in een emmer water gestopt.”

Zwijgend
De eigenaar van het aangrenzende café Kakatoe verlaat zwijgend de plaats des onheils. Zijn zoon zat in de Blokhut op het moment van de ramp. Commentaar geven wil hij niet. Achter het stuur van zijn Peugeot 604 geeft de Kakatoe-eigenaar een reactie. „Wij kregen twee keer vijftien slachtoffers over de vloer. Over elkaar heen, door elkaar heen. Zwart geblakerd, verbrand. We hebben ze met lauw water en natte doeken behandeld. Toen de eerste groep met ambulances vertrok, zat de zaak direct vol met nieuwe slachtoffers.”

De hulpverlening is snel op gang gekomen, luidt de officiële lezing. „De ramp was te groot om iedereen direct te helpen”, verklaart Bond. De eigenaar van Kakatoe is niet overtuigd. „Er stonden tientallen ambulances voor de deur, maar het duurde uren voordat er eentje met een patiënt vertrok.” Een oordeel vellen wil hij niet. 't Is gebeurd. Met dit nakaarten krijgt hij ook zijn omgekomen achterneefje niet terug.

Toeristen
Op de rand van de ramplocatie verschijnen de onvermijdelijke 'deskundigen'. Dat is wel het laatste waar Volendam op zit te wachten. Oudere heerschappen, handen in de zakken, elkaar de loef afstekend met wetenswaardigheden. „Het café heeft geen enkele nooduitgang”, weet er een te vertellen. „Ook niet aan de achterkant?”, waagt een dorpsgenoot zijn boude uitspraak te betwijfelen. „Eh... nou, dat weet ik niet.”

Het leven in het vissersdorp draait door. Ook op deze nieuwjaarsdag. Onwetend storten bussenvol toeristen zich op Volendam. Op een parkeerplaats staan vijftien touringcars uit binnen- en buitenland. Op jacht naar klederdracht. The show must go on. Ramp of geen ramp.