Binnenland16 december 2000

Dossier Homohuwelijk

Senaat buigt zich over homohuwelijk

Door B. J. Spruyt
Terwijl de Tweede Kamer geruisloos het kerstreces is ingegleden, komen de dames en heren senatoren volgende week terug naar het Binnenhof om het homohuwelijk te bespreken. Zoals bekend is een grote meerderheid in de Tweede Kamer akkoord gegaan met het kabinetsvoorstel om het huwelijk ook voor paren van hetzelfde geslacht open te stellen. Hoe zal het debat in de Eerste Kamer verlopen?

Holdijk
De Senaat heeft er twee dagen voor uitgetrokken. Namens de kleine christelijke fracties zullen Veling (RPF/GPV) en Holdijk (SGP) het woord voeren. Maandagavond komen de leden voor het eerst bijeen, dinsdagmiddag zetten zij hun gedachtewisseling voort. Het valt nog maar te bezien of die discussie nog erg veel nieuwe gezichtspunten zal opleveren. Alle denkbare argumenten zijn in de lange debatten in de Tweede Kamer immers al wel uitgewisseld. Belangrijker is de vraag of de senatoren die argumenten anders zullen wegen dan hun collega's 'aan de overzijde' hebben gedaan.

Ook nu weer hebben vele personen en instanties de volksvertegenwoordigers opgeroepen tegen het kabinetsvoorstel te stemmen. De stichting Christenen voor de Waarheid heeft een petitie en een lijst met 1200 handtekeningen aangeboden. Een internationale groep van ruim honderd hoogleraren in de rechten uit alle delen van de wereld heeft zich tot de Eerste Kamer gewend met een dringende oproep tegen het voorstel te stemmen. Zij houden de Nederlandse senatoren onder meer voor dat geen enkel land zomaar de definitie van het huwelijk kan herzien. Dat zal wereldwijd slechts tot „morele, sociale en juridische verwarring” leiden. En ook de Reformatorisch Maatschappelijke Unie heeft zich deze week opnieuw in het koor van de appellanten gevoegd. In een bundel artikelen die de RMU de Eerste-Kamerleden heeft aangeboden, noemt de Nijmeegse hoogleraar A. J. M. Nuytinck het wetsvoorstel „tragisch en komisch tegelijk.”

Ontvankelijk
Of de Senaat ontvankelijk zal blijken voor de argumenten van de tegenstanders, moet volgende week blijken. Toch valt er al iets over te zeggen. Zoals gebruikelijk, is aan de plenaire behandeling van het wetsvoorstel een schriftelijke ronde voorafgegaan. Daaruit kan de eerste reactie van de fracties worden afgeleid.

De Senaat telt 75 leden. De paarse coalitie neemt 38 zetels in en beschikt daarmee in de Eerste Kamer dus over een veel kleinere meerderheid dan in de Tweede. Bovendien is bekend dat er onder de VVD'ers leden zijn met bezwaren tegen het wetsvoorstel. Hoeveel leden dat zijn en hoe principieel die bezwaren zijn, weet niemand. Het kabinetsplan kan in de Senaat in ieder geval op de steun van PvdA, D66, GroenLinks, de Onafhankelijke Senaatsfractie en de SP rekenen. Die bezetten samen 30 zetels. Het CDA en de kleine christelijke fracties zijn verklaarde tegenstanders van het voorstel en zijn met 26 zetels vertegenwoordigd. Om de tegenstanders aan een meerderheid te helpen zouden dus minimaal twaalf van de negentien VVD'ers tegen het kabinetsvoorstel moeten stemmen.

Dat is een beetje veel. En de schriftelijke inbreng van de fractie geeft weinig hoop op veel kritisch tegenwicht tegen het voorstel. De liberalen stellen tevreden vast dat alle „sacrale aspecten” van het huwelijk onbesproken kunnen blijven. De enige kritische toets is de vraag of het familierecht niet wat te ingewikkeld wordt. Naast het huwelijk bestaat immers al het geregistreerd partnerschap en daar komt dan nu nog het homohuwelijk bij. Dat punt is in de Tweede Kamer ook al aan de orde geweest en heeft daar niet tot ernstige discussies geleid.

Internationaal
De verwachting was dat de VVD'ers een zwaar punt zouden maken van de internationale aspecten. Het kabinet heeft in internationaal verband nog niets voorbereid en daarmee zou het voorstel als onzorgvuldige wetgeving te betitelen zijn. In de schriftelijke inbreng heeft de VVD-fractie het echter alleen over de praktische problemen waarop gehuwde homoparen in het buitenland zouden kunnen stuiten. „Is het wenselijk dat de ambtenaar die het huwelijk voltrekt, de echtgenoten wijst op de gebrekkige werking van hun huwelijk in het buitenland en op onaangenaamheden of juridische problemen die daaruit kunnen volgen?” vraagt de VVD zich af.

Principiëler is het verzet van de fracties van RPF/ GPV en SGP. Zij verwijten het kabinet dat het geen oog heeft voor „normatieve structuren die uitstijgen boven actuele politieke afwegingen en maatschappelijke behoeften.” Die formulering herinnert aan de woorden van RPF/GPV-woordvoerder Schutte in de Tweede Kamer, die de definitie van het huwelijk een „bovenpolitieke zaak” heeft genoemd.

Genadeslag
Deze invalshoek van een voorgegeven morele orde waaraan wij niet kunnen morrelen, biedt de enige garantie tegen allerlei pogingen het huwelijk niet alleen te herdefiniëren, maar ook te moderniseren. CDA-ideoloog prof. dr. A. C. Zijderveld, die zichzelf een progressieve conservatief noemt, zegt vandaag in een interview met deze krant dat hij instituties als huwelijk en gezin graag voor de toekomst wil behouden, maar juist daarom overtuigd is van de noodzaak deze te „actualiseren.” Vanuit die invalshoek spreekt hij zich voor het homohuwelijk uit.

Binnen het CDA gaat noch de Tweede-Kamerfractie noch de Senaatsfractie met deze redenering mee. En dat is maar goed ook. Tegenstanders van het huwelijk zien waarschijnlijk beter in wat er gebeurt met deze instituties als ze geherdefinieerd en gemoderniseerd worden. GroenLinks-kamerlid Halsema ziet dat streven allerminst als een geslaagde poging ze voor de toekomst te behouden. Integendeel. De recente nieuwe omschrijving door het kabinet begroette zij als de „genadeslag voor het traditionele huwelijk als onderdrukkend en uitsluitend instituut.”