Zes piepjonge eendjes kwamen knel te zitten in een ondergrondse regenpijp tussen twee putten in op flinke diepte. Een oplossing vinden bleek een uitdaging voor dierenambulancechauffeurs Bas en Sjors.
Er was namelijk geen enkele manier om de diertjes te pakken te krijgen. Ze zaten op meer dan twee meter diepte. „We hoorden het gepiep uit de grond komen, we zagen de kleintjes in de verte maar konden ze niet bereiken. Ze daar achterlaten was geen optie, dus we moesten een oplossing bedenken”, zegt Bas.
En die oplossing kwam er! Sjors schepte met een prullenbak water uit de nabijgelegen vijver en kieperde dit in de ene put. Dit herhaalde hij keer op keer. Bas was ondertussen met een lang schepnet in zijn handen bij de andere put gaan liggen, om de eendjes uit de put te vissen.
De vrijwillige dierenambulancechauffeurs hoopten dat de eendjes door de stroming naar de andere put zouden spoelen. Nadat het de mannen was gelukt om twee van de zes eendjes uit de pijp te bevrijden, wisten ze dat ze ook de rest konden redden.
De reddingsactie duurde ruim twee uur maar alle pulletjes waren na die twee uur veilig. Ze zijn naar een vogelopvangcentrum gebracht om op te groeien. De diertjes worden vrijgelaten als ze groot genoeg zijn.
Met tevredenheid kijken de mannen terug op de actie: „Het is toch een nachtmerrie om onder de grond vast te zitten. We zijn blij dat we konden helpen!”
Bas en Sjors rijden op de dierenambulance.