Zwolle wil weer een kerktoren; de ontwerpen liggen klaar
De Michaëlskerk in Zwolle heeft veel in huis. Het huidige Academiehuis Grote Kerk Zwolle heeft een dagcafé en een winkel, een boekenmarkt, werk- en studieplekken en permanent een expositie in het hoogkoor. Maar de kerk heeft geen toren. En Zwolle wil weer een toren.
De Grote of Sint-Michaëlskerk had ooit een toren. Die dateerde uit 1443 en was zelfs nog hoger dan die van de Domkerk in Utrecht, om precies te zijn 113,5 meter. Driemaal in de geschiedenis werd de Zwolse toren echter door brand verwoest, in 1548, in 1606 en in 1669. Op donderdag 17 december 1682 was het over en uit. Tijdens een hevige storm stortte de toren in.
Inmiddels zijn er plannen om de Grote Kerk zijn verloren toren terug te geven. In het laatste kwartaal van 2023 zijn 55 serieuze ideeën ingediend voor een nieuwe toren, een nieuw baken in de stad, een nieuw silhouet voor de Hanzestad. Op 15 februari wordt de rode draad van de inzendingen bekendgemaakt door de jury.
Kunst en klassiek
In een van de kantoorvertrekken van het Academiehuis zitten Coby Zandbergen en Ruben Raidt. Zandbergen vormt de directie van Stichting Academiehuis Grote Kerk Zwolle, Raidt zorgt voor de marketing en communicatie.
Zandbergen: „Zwolle heeft toch al niet veel hoge torens. Deze kerk is het grootste overdekte plein in de stad, maar mist een toren. Het is nu een stenen klomp in het midden van de stad. Zwolle bruist, maar heeft behoefte aan een markeringspunt in de bebouwing.”
Raidt: „Het Academiehuis is een ontmoetingsplek voor de burger. Een toren zou daar een mooie aanvulling op zijn, een verbindende factor, zeg maar. Het moet een landmark in de stad gaan worden.”
Op tafel liggen de ontwerpen. Raidt: „De inzendingen zijn van studenten, gezinnen, kunstenaars, ontwerpers en architecten. Velen hebben echt iets nieuws willen bedenken. Er is zelfs gebruikgemaakt van AI. Anderen hebben er een dronekunstwerk van gemaakt. Er zijn ook klassieke ontwerpen, maar dan vooral in draadmodel, als geraamte van hoe de toren ooit was. Er is een inzending waarbij een restaurant in de toren is ondergebracht. Anderen dachten meer aan een glazen panorama bovenin, of aan een ontmoetingsruimte in de top. Sommigen zien er graag appartementen in aangebracht.”
Gaat dit plan lukken?
Zandbergen: „De toren komt er. Of, laat ik zeggen: We zijn ervan overtuigd dat hij er komen moet. Een toren zou als cultureel element in de binnenstad echt iets toevoegen aan de identiteit van Zwolle.”
Raidt: „Het is voor mij niet de vraag of dit gaat lukken, maar hoe dit gaat lukken, in welke vorm dus. Dat moet nog gaan blijken.”
En wie gaat dit betalen?
Zandbergen: „Geld is nog wel een ding. We moeten dit met elkaar doen. De stad is enthousiast. Zwolle is toe aan een volgende culturele impuls, een nieuw creatief momentum.”
Sommige indieners schreven een gedicht bij hun idee. Zoals Henk Vijver. Hij dichtte: „Ik wil de toren terug, maar géén toren van staal, of stenen zonder hart.” En Ineke Helder schreef: „Ik droomde mijn toren tot leven, de hemel lag boven m’n macht, dus heb ik de wolken maar even, een stuk naar beneden gebracht.”